
■ Bellen
Selecteer
Menu
>
Instellingen
>
Oproepen
en maak een keuze uit de
volgende opties:
Doorschakelen
om inkomende oproepen door te schakelen
(netwerkdienst). De functies voor het blokkeren en doorschakelen van
oproepen kunnen niet tegelijkertijd actief zijn. Zie
Oproepen blokkeren
in Beveiliging op pagina 76.
Opnemen met willekeurige toets
>
Aan
om een inkomende oproep te
beantwoorden door kort op een willekeurige toets te drukken, met
uitzondering van de linker- en rechterselectietoets, de volumetoets, de
cameratoets of de toets Einde.
Beantwoorden bij openen telefoon
>
Aan
om in te stellen dat oproepen
worden beantwoord wanneer u de telefoon opent. Als deze instelling
niet geactiveerd is, moet u op de beltoets drukken nadat u de telefoon
hebt geopend.

I n s t e l l i n g e n
73
Automatisch opnieuw kiezen
>
Aan
om maximaal tien pogingen te doen
om de verbinding tot stand te brengen na een mislukte oproeppoging.
Snelkeuze
>
Aan
en de namen en telefoonnummers die zijn toegewezen
aan de
snelkeuzetoetsen, 2 tot en met 9. Houd de bijbehorende cijfertoets
ingedrukt om te bellen.
Wachtfunctieopties
>
Activeer
om het netwerk een melding te laten
genereren als er een nieuwe oproep binnenkomt terwijl u een gesprek
voert (netwerkdienst). Zie Wisselgesprek op pagina 26.
Samenvatting na oproep
>
Aan
— om de telefoon na elk gesprek kort de
duur van het gesprek te laten weergeven.
Identificatie verzenden
>
Ja
— om in te stellen dat uw telefoonnummer
wordt weergegeven voor degene naar wie u belt (netwerkdienst).
Selecteer
Netwerkinstelling
als u de instelling wilt gebruiken die u bent
overeengekomen met uw netwerkoperator.